Print deze pagina

28 maart 2018

Verschoningsrecht geestelijke

Geestelijken kunnen worden opgeroepen door de rechtbank om als getuigen een verklaring af te leggen. Geestelijken kunnen zich onder bepaalde omstandigheden beroepen op het verschoningsrecht. Dit houdt in dat een geestelijke dan geen antwoord hoeft te geven op vragen van de rechtbank.

Belang

Als de rechtbank een geestelijke oproept om als getuige een verklaring af te leggen, doet de rechtbank dit in het belang van de waarheidsvinding. De waarheidsvinding is niet het enige belang dat geldt. Er is ook een maatschappelijk belang dat iemand zich tot een zogeheten verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden, zonder dat diegene bang hoeft te zijn dat die informatie openbaar wordt gemaakt. Dit werd door de Hoge Raad aangenomen in bijvoorbeeld het Notaris Maas-arrest (HR 1 maart 1985, NJ 1986, 173). U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan een arts, een notaris of een advocaat, de klassieke verschoningsgerechtigden. U moet er op kunnen vertrouwen dat uw advocaat geen informatie die u in vertrouwen aan hem verteld openbaar maakt. In de literatuur wordt genoemd dat het daarbij gaat om de uitoefening van maatschappelijke functies die de wetgever als onmisbaar beschouwd voor een optimaal functioneren van de samenleving. Ook de geestelijke is een van de klassieke verschoningsgerechtigden.

Geestelijke

Wie behoort er tot de groep ‘geestelijken’? Er is geen wettelijk kader waaruit blijkt wie er tot de geestelijken behoren. Voor artsen, notarissen en advocaten bestaat zo’n wettelijk kader wel. Bij geestelijken werd traditioneel gedacht aan de pastorale-zielzorgfuncties binnen christelijke kerkgenootschappen. Bijvoorbeeld de predikant in de Protestantse kerken en de priester in de Rooms-Katholieke Kerk. Tegenwoordig zijn er ook veel zogeheten nieuwe geestelijken. Dit zijn geloofsgenootschappen die recenter in Nederland zijn ontstaan of gegroeid. De term ‘geestelijke’ laat zich moeilijk definiëren. Er lijkt over een aantal punten consensus te bestaan in de literatuur. Het moet gaan om (1) de uitoefening van een zielzorgfunctie, (2)  er moet een maatschappelijk belang zijn en (3) het moet gaan om een vertrouwensrelatie.

Wat valt onder het verschoningsrecht?

Onder het verschoningsrecht valt: ‘hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd’. Het gaat om drie belangrijke onderdelen: wetenschap, hoedanigheid en toevertrouwen. Wetenschap heeft een hele feitelijke betekenis: het gaat om feiten, waarnemen of ondervindingen. Die wetenschap moet gaan over de (situaties van) personen die zich tot de geestelijke wenden. Dat moet zijn in hun hoedanigheid van geestelijke. Een huisbezoek van een predikant of bijvoorbeeld de biecht valt hieronder. Als het bijvoorbeeld in de vriendschappelijke sfeer wordt besproken, valt het dus niet onder het verschoningsrecht. Er moet verder sprake zijn van toevertrouwen, het moet dus plaatsvinden binnen de vertrouwensrelatie met de geestelijke.

Belangenafweging geestelijke

Het verschoningsrecht is niet absoluut. Dat houdt in dat de geestelijke telkens een afweging moet maken tussen het belang van het afleggen van een verklaring en het belang van zwijgen. Is er bijvoorbeeld sprake van kindermisbruik, dan zal het belang van het kind en dus van het afleggen van een verklaring doorgaans zwaarder wegen dat het belang om te zwijgen. De geestelijke moet deze belangenafweging maken. Bij de afweging spelen ook de interne kerkelijke regels een belangrijke rol. Iets wat bijvoorbeeld in de biecht wordt verteld, mag door een priester nooit openbaar worden gemaakt op grond van de interne kerkelijke regels.

Schending van het ambtsgeheim

Als een geestelijke na de belangenafweging toch besluit zijn ambtsgeheim te doorbreken kan dit gevolgen hebben. Het kan namelijk zijn dat een geestelijke tuchtwaardig handelt. Dit hangt af van de geloofsgemeenschap waarbij de geestelijke is aangesloten. Veel kerkgenootschappen hebben interne tuchtrechtelijk normen, waaronder het ambtsgeheim. Het doorbreken daarvan kan leiden tot een tuchtmaatregel.

mr. G. (Gerrit) van den Brink

Gerrit van den Brink is gespecialiseerd in religie en recht. Hij staat geestelijken en kerkgenootschappen bij in zaken omtrent het ambtsgeheim en verschoningsrecht in kerkelijke en burgerlijke procedures. Ook geeft hij cursussen over het ambtsgeheim en verschoningsrecht. Heeft u vragen, dan kunt u altijd vrijblijvend contact met hem opnemen om uw zaak met hem te bespreken via 030-2877000.

deel: