Print deze pagina

18 december 2017

Wereldreis en leerplicht

Ouders willen soms een langere wereldreis maken met hun leerplichtige kinderen. Een dergelijke reis duurt vaak minimaal enkele maanden. Het is dan niet mogelijk dit tijdens de schoolvakanties te doen. De vraag doet zich daarom regelmatig voor of het mogelijk is een dergelijke reis te maken, of dat er dan problemen ontstaan met de leerplicht.

Geen vrijstelling van geregeld schoolbezoek

De Leerplichtwet voorziet niet in de mogelijkheid om verlof te krijgen voor een wereldreis. In de wet staan in artikel 11 limitatief de gronden opgesomd voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek. Een van de daar genoemde mogelijkheden is vrijstelling wanneer vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouders slechts buiten de schoolvakanties om op vakantie kan worden gegaan. Hierbij wordt volgens de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis met name gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de agrarische sector en de horeca.

Er is ook een restbepaling opgenomen, waarin staat dat in het geval van gewichtige omstandigheden vrijstelling kan worden verleend. In de jurisprudentie is hierover geoordeeld dat de vrijstelling niet ziet op vakantie doeleinden.

Op grond van de wettekst van artikel 11 Leerplichtwet, de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie is geen grond te vinden waarop een beroep kan worden gedaan voor een wereldreis.

Gevolgen van ongeoorloofd verzuim

De wet stelt een maximum gevangenisstraf van ten hoogste een maand gevangenisstraf of een geldboete van de tweede categorie (€ 4.100,– in 2017). Omdat er sprake is van een overtreding kunnen deze straffen per kind worden opgelegd.

In de richtlijnen voor strafvordering wordt een dergelijke wereldreis gekwalificeerd als luxe verzuim. In beginsel geldt volgens de richtlijn een geldboete van € 100,– per kind per dag. Wanneer er langer dan twee weken verzuim is wordt een van de ouders gedagvaard. Wanneer er sprake is van een zeer lang verzuim van bijvoorbeeld enkele maanden, kan er een al dan niet voorwaardelijke gevangenisstraf worden geëist.

In de jurisprudentie worden doorgaans hoge geldboetes opgelegd en soms voorwaardelijke gevangenisstraffen. Een uitzondering is de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 9 december 2016. In deze zaak werd de verdachte schuldig verklaard, maar werd er geen straf opgelegd. Het ging om een wereldreis van zes maanden met drie leerplichtige kinderen. De rechter overwoog dat de kinderen gedurende de reis onderwijs hebben gevolgd aan de Wereldschool en de resultaten uitstekend waren. Ook was er contact geweest tijdens de reis met de school. Bij terugkomst bleek niet dat de kinderen een onderwijsachterstand hadden opgelopen. De rechter was daarom van oordeel dat de verdachte zich meer dan voldoende had ingespannen om het misgelopen schoolbezoek gedurende de ondernomen wereldreis te compenseren.

Toekomstige wetgeving?

Er is een wetsvoorstel voor onderwijs op andere locaties. Dit betreft slechts een internetconsultatie, maar geeft een aardig inzicht in mogelijke toekomstige wetgeving. In dit voorstel is een langdurig verblijf buiten Nederland opgenomen als vrijstellingsmogelijkheid. Er zou dan één maal gedurende de periode van basisonderwijs en één maal gedurende de periode van voorgezet onderwijs voor ten hoogste zes maanden een verblijf in het buitenland worden toegestaan. Uiteraard worden hieraan wel voorwaarden verbonden zoals een alternatieve invulling aan de les- of praktijktijd. Zo kunnen de jongeren na terugkomst hun schoolloopbaan onvertraagd voortzetten. Deze mogelijkheid heeft als meerwaarde dat kinderen zich op sociaal en cultureel vlak kunnen ontwikkelen in een ander land.

Afsluiting

Op grond van de huidige wetgeving is het niet toegestaan een wereldreis te maken met leerplichtige kinderen. Bij het desondanks maken van een dergelijke wereldreis riskeren de ouders hoge boetes of zelfs (voorwaardelijke) gevangenisstraf. Bij de wetgever is er op dit moment aandacht voor de wereldreis en wordt gekeken naar een mogelijkheid om dit wettelijk op te nemen. Dit is echter nog geen geldende wetgeving en daarop kan dus nog geen beroep gedaan worden. De uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland laat zien dat er rechters zijn die geen straf opleggen als er voldoende wordt voorzien in het onderwijs van de kinderen.

mr. G. (Gerrit) van den Brink

Gerrit van den Brink is gespecialiseerd in vrijstelling van de leerplicht. Hij staat ouders bij in procedures bij de kantonrechter, de bestuursrechter, het gerechtshof en in cassatie bij de Hoge Raad in zaken betreffende de leerplicht. Ook adviseert hij over vrijstellingen van de leerplicht. Heeft u vragen, dan kunt u altijd vrijblijvend contact met hem opnemen om uw zaak met hem te bespreken via 030-2877000.

deel: