Print deze pagina

21 november 2018

Nieuw toetsingskader verwijtbaar werkloos

Een werknemer die verwijtbaar werkloos is, heeft geen recht op een WW-uitkering. Een werknemer is verwijtbaar werkloos als aan de werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt en de werknemer ter zake een verwijt kan worden gemaakt.

Op 7 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep een uitspraak gedaan over het criterium ‘verwijtbaar werkloos’. De Centrale Raad van Beroep komt met een nieuw toetsingskader voor het beoordelen of een werknemer verwijtbaar werkloos is.

Oude rechtspraak

Voorheen speelde niet alleen de gedragingen van de werknemer een rol bij de vraag of de werknemer verwijtbaar werkloos is geworden. Ook de voortvarendheid waarmee de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigde speelde een rol. De Centrale Raad van Beroep komt op dit laatste terug.

Nieuw toetsingskader

Voortaan moet volgens de Centrale Raad van Beroep aan de hand van de volgende omstandigheden worden geoordeeld of er sprake is van verwijtbare werkloosheid:

  • De aard en ernst van de gedraging(en) van de werknemer;
  • De wijze waarop de werkgever in de specifieke situatie en in de specifieke werkrelatie het verweten gedrag beoordeelt;
  • De in dat verband voor de werknemer kenbare bedoeling van de werkgever;
  • De aard en duur van de dienstbetrekking;
  • De wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld; en
  • De persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een beëindiging van het dienstverband voor hem zou hebben.

Al deze omstandigheden moeten worden meegewogen bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van verwijtbare werkloosheid.

mr. G. (Gerrit) van den Brink

deel: