Print deze pagina

4 december 2017

Hoge Raad oordeelt over misverstand aanzegging of opzegging

In een eerdere blog schreef ik al dat het belangrijk is om na te gaan wat voor soort arbeidsovereenkomst uw werknemer heeft. Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en onbepaalde tijd is relevant voor de beëindiging ervan. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst niet wil voortzetten, moet hij de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen of ontbinden. Wanneer de werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft, hoeft de werkgever de arbeidsovereenkomst enkel op tijd aan te zeggen.

Casus

In het arrest van de Hoge Raad had de werkgever de werknemer een brief gestuurd waarin stond dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd. In de brief stond zelfs uitdrukkelijk genoemd dat het om een aanzegging in de zin van artikel 7:668 lid 1 BW ging. De arbeidsovereenkomst bleek echter een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te zijn. De werkgever had de arbeidsovereenkomst dus moeten opzeggen.

Het hof oordeelt dat dit duidelijk een misverstand is. De werknemer had de aanzegging als een opzegging van de arbeidsovereenkomst moeten opvatten.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad vernietigt dit oordeel. Het oordeel van het hof zou namelijk ten koste van de bescherming van de werknemer gaan. Zo heeft de werknemer maar kort de tijd om de opzegging aan te vechten. Wanneer de werknemer dit niet binnen deze termijn doet, vervalt dit recht.

mr. G. (Gerrit) van den Brink

deel: