12 juli 2017
Wet bescherming erfgenamen tegen schulden
Een erfgenaam kan een erfenis zuiver of beneficiair aanvaarden. Bij zuivere aanvaarding accepteert de erfgenaam de nalatenschap zonder voorbehoud en kan hij over alle nalatenschapsgoederen vrij beschikken. Bij beneficiair aanvaarden is de erfgenaam enkel aansprakelijk voor schulden van de nalatenschap, voor zover deze uit de nalatenschap kunnen worden betaald. Met beneficiaire aanvaarding wordt voorkomen dat de erfgenaam zijn eigen vermogen moet aanwenden om de schuld uit het nalatenschap te betalen.
Op 1 september 2016 is de Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking getreden. De wet brengt wijzigingen met betrekking tot de zuivere aanvaarding met zich mee. Het begrip zuivere aanvaarding wordt door de nieuwe wet beperkt. Ook wordt een uitzonderingsclausule geïntroduceerd waardoor de erfgenaam die zuiver heeft aanvaard en die wordt geconfronteerd met een onverwachte schuld bij de rechter kan verzoeken om alsnog beneficiair te aanvaarden. Indien de vereffening of verdeling van het nalatenschap al heeft plaatsgevonden, kan de erflater onder omstandigheden een ontheffing verzoeken van een onbewuste schuld. Hieronder zal ik de wijzigingen kort weergeven.
Zuivere aanvaarding
In het nieuwe artikel 4:192 lid 1 BW worden de zuivere aanvaardingshandelingen uitgewerkt. Voortaan zullen slechts de gedragingen die leiden tot een benadeling van de schuldeisers zuivere aanvaarding tot gevolg hebben. Het gaat hierbij om beschikkingshandelingen verricht door goederen van de nalatenschap te verkopen, bezwaren of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken. Met de wijziging van de wet wordt getracht te voorkomen dat de nalatenschap door de erfgenaam onbewust wordt aanvaard. In het vervolg zal het betalen van een schuld van de erfgenaam uit eigen vermogen om incassokosten te voorkomen, dan ook niet tot zuivere aanvaarding leiden.
Uitzonderingsclausule
Op grond van het nieuwe artikel 4:194a BW kan de erfgenaam die zuiver heeft aanvaard een verzoek indienen bij de kantonrechter om alsnog beneficiair te aanvaarden. Dit kan hij doen als hij alsnog bekend wordt met een onbekend schuld. Ook is het voor de erfgenaam mogelijk om na de vereffening of verdeling een verzoek in te dienen voor ontheffing van de betaling van een onbekende schuld uit eigen vermogen. In beide gevallen moet het gaan om een schuld die de erfgenaam niet kende maar ook niet behoorde te kennen. Er wordt van een erfgenaam verwacht dat hij heeft onderzocht waaruit de nalatenschap bestaat. Hij zal dus in ieder geval de administratie van de erflater moeten hebben geraadpleegd. Daarnaast moet het verzoek binnen 3 maanden na de ontdekking van de onbekende schuld worden ingediend.
Voor de intreding van de nieuwe wet was het ook al mogelijk om een verzoek in te dienen om alsnog beneficiair te aanvaarden. Dit was echter gebonden aan zeer strenge voorwaarden. De nieuwe wet is hierop een versoepeling en voorkomt dat de erfgenaam zijn eigen vermogen moet aanwenden voor onverwachte schulden.
Door de wijzigingen in de wet wordt voorkomen dat erfgenamen onbewust zuiver aanvaarden. Hierdoor worden zij niet geconfronteerd met een onbekende schuld en komen zij niet in de financiële problemen.