Print deze pagina

15 maart 2016

VAR verdwijnt voor zzp’er

Op 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). Met deze wet wordt de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft voor zzp’ers.

Achtergrond

Een Verklaring Arbeidsrelatie is een document dat wordt afgegeven door de Belastingdienst, waarin de Belastingdienst bepaalt welke status het best van toepassing is op uw situatie: zzp’er of werknemer. Als er sprake is van een dienstbetrekking, moet de opdrachtgever loonheffingen inhouden.

Volgens de wetgever is een nadeel van deze regeling dat er sprake kan zijn van schijnzekerheid: bij aanvraag van de VAR kent de zzp’er de toekomstige opdrachtgevers namelijk nog niet. Het kan zo zijn dat de zzp’er door de Belastingdienst uiteindelijk wordt aangemerkt als verkapte werknemer. Een  gevolg kan zijn dat de zzp’er een naheffing krijgt opgelegd.

Kern

Vanaf 1 mei 2016 vervalt de VAR-regeling: u hoeft als zzp’er geen VAR meer aan te vragen, maar er moet met elke opdrachtgever een overeenkomst gesloten worden. Dit geldt ook voor de lopende contracten die aangepast zullen moeten worden aan de voorwaarden van de Belastingdienst.

De bedoeling is dat de nieuwe overeenkomst  vooraf zekerheid geeft over de aard van de specifieke arbeidsrelatie: als er gecontracteerd is aan de hand van een door de Belastingdienst goedgekeurd model, dan zal de onderlinge verhouding in principe niet worden aangemerkt als verkapt werknemerschap. De opdrachtgever hoeft dan geen loonheffingen in te houden en te betalen. De zzp’er is dan ook niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA).

Een belangrijke voorwaarde hierbij is wel dat er in de praktijk ook wordt gehandeld conform de overeenkomst. Als bijvoorbeeld blijkt dat de opdrachtnemer voortdurend verantwoording moet afleggen aan de opdrachtgever en de opdrachtnemer niet mag werken voor andere opdrachtgevers, dan kan de Belastingdienst bepalen dat er sprake is van een dienstbetrekking. In dat geval moet de opdrachtgever alsnog loonheffingen inhouden en betalen. Het verschil met de VAR-regeling is dus dat de verantwoordelijkheid verlegd wordt van zzp’er naar opdrachtgever.

Een link naar de relevante parlementaire behandeling van deze wet treft u via deze link. 

Let wel: de Wet DBA lijkt niet zoveel zekerheid te bieden als door de wetgever wordt gesuggereerd. De Belastingdienst kan immers alsnog vaststellen dat er sprake is van een dienstbetrekking, ondanks dat opdrachtgever en opdrachtnemer vooraf een overeenkomst gesloten hebben. Bovendien zal in de praktijk moeten blijken of het risico inderdaad verlegd wordt van zzp’er naar opdrachtgever: het contractueel afwentelen van dit risico op de zzp’er lijkt namelijk niet uitgesloten te zijn.

In de praktijk

  • De Belastingdienst heeft een aantal modelovereenkomsten beschikbaar gesteld. Als een modelovereenkomst passend is voor uw situatie, dan kunt u deze overeenkomst gebruiken.
  • Het gebruik van deze modelovereenkomst is niet verplicht. Opdrachtgevers en zzp’ers kunnen ook een eigen overeenkomst voorleggen aan de Belastingdienst, waarop vervolgens wordt beoordeeld of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden. Het uitgangspunt is dat een goedgekeurde overeenkomst een looptijd heeft van vijf jaar. Het voordeel van een eigen overeenkomst is dat er maatwerk geleverd kan worden.
  • Vanaf 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 is sprake van een implementatiefase: er wordt geen VAR meer verstrekt. De Belastingdienst zal in deze periode de contracten controleren, maar nog niet handhavend optreden.
  • Op 1 mei 2017 geldt de Wet DBA onverkort en wordt er óf buiten dienstbetrekking gewerkt (met (model)contract) óf de opdrachtgever moet loonheffing inhouden en afdragen.
  • Zorg er altijd voor dat er in overeenstemming met de afspraken zoals geformuleerd in de overeenkomst van opdracht gewerkt wordt.

Bent u goed voorbereid op de nieuwe regeling? Bent u benieuwd of u de juiste overeenkomst gebruikt of wilt u door ons een overeenkomst laten opstellen, neem dan contact op met Van Kooten Advocaten.

mr. G. (Gerrit) van den Brink

Let wel: de Wet DBA lijkt niet zoveel zekerheid te bieden als door de wetgever wordt gesuggereerd. De Belastingdienst kan immers alsnog vaststellen dat er sprake is van een dienstbetrekking, ondanks dat opdrachtgever en opdrachtnemer vooraf een overeenkomst gesloten hebben. Bovendien zal in de praktijk moeten blijken of het risico inderdaad verlegd wordt van zzp’er naar opdrachtgever: het contractueel afwentelen van dit risico op de zzp’er lijkt namelijk niet uitgesloten te zijn.

deel: