17 september 2013
Beslagvrije voet en vakantiegeld
Als beslag op een inkomen ligt, wordt vaak het volledige vakantiegeld overgemaakt naar de beslaglegger. Dit kan echter niet zomaar. Ook met betrekking tot het vakantiegeld moet rekening gehouden worden met de beslagvrije voet.
Bijna iedereen in loondienst of met een uitkering krijgt vakantiegeld, ook mensen met een bijstandsuitkering. Vakantiegeld wordt maandelijks opgespaard door een werkgever of uitkeringsinstantie en (vaak) in de maand mei van elk jaar uitbetaald. Een werkgever of uitkeringsinstantie kan het vakantiegeld ook maandelijks uitbetalen. Dan is het idee van vakantiegeld wel weg. De bedoeling van vakantiegeld (bijvoorbeeld bij een bijstandsuitkering) is dat ook mensen met een laag inkomen op vakantie kunnen. Als het vakantiegeld maandelijks overgemaakt wordt, gaat dit meestal op aan kosten voor levensonderhoud.
Als beslag ligt op het inkomen van iemand, wordt het vakantiegeld vaak volledig overgemaakt naar de beslaglegger. Of de deurwaarder houdt uitsluitend rekening met de beslagvrije voet in de vakantiegeldmaand. Wat is juist?
Uitspraken
Op 26 juni 2012 heeft de kamer voor gerechtsdeurwaarders beslist dat de deurwaarder rekening moet houden met de beslagvrije voet in de vakantiegeldmaand. In hoger beroep is deze uitspraak bekrachtigd. De Rechtbank Rotterdam heeft hier op 7 januari 2013 (uitspraak gepubliceerd op 18 juli 2013) echter anders over geoordeeld. Volgens de rechtbank moet het vakantiegeld ‘uitgesmeerd’ worden over alle maanden voor de bepaling van de beslagvrije voet. De rechtbank overweegt in deze uitspraak: ‘Een andere interpretatie zou ertoe leiden dat X in geval van beslag op zijn uitkering op jaarbasis minder zou ontvangen als het vakantiegeld jaarlijks wordt uitbetaald dan wanneer het maandelijks wordt uitbetaald als de maandelijkse beslagvrije voet hoger is dan zijn maandelijkse uitkering vermeerderd met de vakantiegeldopbouw. Vakantiegeld is een uitkeringsaanspraak die eenmaal per jaar wordt betaald om te bereiken dat mensen die ook voor vakantie aanwenden doch een uitkering blijft het.’
Voorbeeld
Ter illustratie een voorbeeld om bovenstaande uitspraken te verduidelijken. Iemand (X) heeft een inkomen van € 1.250,- per maand. De beslagvrije voet van X is vastgesteld op € 1.300,-. X ontvangt jaarlijks in de maand mei € 1.200,- vakantiegeld. Welk deel van het vakantiegeld mag ingehouden worden door de beslaglegger? Volgens de uitspraak van de kamer van gerechtsdeurwaarders krijgt X € 50,- vakantiegeld en gaat de rest, € 1.150,-, naar de beslaglegger. De beslagvrije voet van X is in mei namelijk € 1.300,-. Zijn maandinkomen is € 1.250,-, dus de aanvulling tot de beslagvrije voet in mei is € 50,-. Volgens de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam krijgt X € 600,- vakantiegeld en gaat € 600,- naar de beslaglegger. De beslagvrije voet van X is maandelijks € 50,- hoger dan zijn inkomen. Omdat vakantiegeld maandelijks wordt opgebouwd, moet rekening worden gehouden met de beslagvrije voet over het gehele jaar.
Conclusie
De Rechtbank Rotterdam heeft anders geoordeeld dan de kamer van gerechtsdeurwaarder met betrekking tot vakantiegeld en de beslagvrije voet. Naar mijn mening is het oordeel van de Rechtbank Rotterdam de juiste. Vakantiegeld wordt namelijk maandelijks opgebouwd, ondanks het feit dat de uitkering jaarlijks geschiedt. De beslagvrije voet moet daarom berekend worden over de opbouw van het vakantiegeld en niet over de eenmalige jaarlijkse uitkering. Aanknopingspunten voor dit standpunt zijn ook in de wetsgeschiedenis te vinden.
Vragen?
Hebt u vragen over de beslagvrije voet (op uw vakantiegeld)? Hebt u een geschil met een deurwaarder over de beslagvrije voet (op uw vakantiegeld)? Neem dan contact op met Van Kooten Advocaten en vraag naar mr. G. (Gerrit) van den Brink. U kunt ook hiernaast uw gegevens achterlaten, dan nemen wij contact op met u.
