In dienst van een kerkgenootschap
Een kerkgenootschap kan de relatie met degenen die in een geestelijke functie voor haar werkzaam zijn juridisch op verschillende manieren inrichten. Ze kan kiezen voor een eigensoortige kerkelijke overeenkomst. Maar ook kan ze de voorkeur geven aan een reguliere arbeidsovereenkomst waarop de regels van het arbeidsrecht van toepassing zijn. Voor functies als koster of administratief werknemer zal doorgaans alleen de reguliere arbeidsovereenkomst in aanmerking komen. Verder zijn er nog de vele vrijwilligers die zich inzetten en daarvoor hooguit een onkostenvergoeding ontvangen.
Overeenkomst sui generis
Een overeenkomst gebaseerd op de statuten van een kerkgenootschap wordt aangeduid als een overeenkomst sui generis. In de statuten kunnen de voorwaarden voor een dergelijke overeenkomst worden bepaald. Een dergelijke overeenkomst maakt het mogelijk om de mogelijkheid tot ontslag van een geestelijke bij een orgaan binnen het kerkgenootschap neer te leggen. Ook kunnen op deze wijze dicriminatoire voorwaarden worden verbonden aan het bekleden van het ambt van geestelijke, bijvoorbeeld dat uitsluitend mannen geestelijke kunnen zijn binnen een kerkgenootschap.
Arbeidsovereenkomst
Er kan ook worden gekozen voor een arbeidsovereenkomst. In dat geval zijn de bepalingen voor een arbeidsovereenkomst en de ontbinding daarvan uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Het kerkgenootschap is in dat geval werkgever en is ook verplicht om de verplichte premies en loonbelasting in te houden en af te dragen.
Vrijwilligers
Kerkgenootschappen werken vaak met vrijwilligers. Soms maken vrijwilligers onkosten, deze onkosten kunnen via een (onbelaste) vergoeding worden voldaan aan de vrijwilligers. Ook voor vrijwilligers kan het goed zijn om een en ander op schrift te stellen, u kunt bijvoorbeeld denken aan een geheimhoudingsverklaring.