Vanuit de kerk werkzaam bij (niet-kerkelijke) instelling
Veel niet-kerkelijke instellingen zoals verzorgingshuizen en ziekenhuis, of bij de overheid penitentiaire inrichtingen en defensie, hebben predikanten, priesters, geestelijke verzorgers en werkers in dienst. De rechtspositie van deze categorie is bijzonder. Meestal is er sprake van drie juridische relaties, te weten een band tussen de betrokkene en de kerk die aan hem een zogenoemde zending heeft meegegeven, een band tussen de betrokkene en de instelling waarbij hij werkzaam is, en een band tussen die instelling en de kerk. Hierop zijn zowel het kerkelijk recht als het arbeidsrecht van toepassing. Bij het arbeidsrecht gaat het doorgaans om het arbeidsvoorwaardenpakket van de instelling, bijvoorbeeld vastgelegd in een CAO of ambtenarenreglement. De zeggenschap van de kerk is dan beperkt. Problemen ontstaan doorgaans als de kerkelijke zending wegvalt, bijvoorbeeld vanwege een conflict tussen de kerk en de betrokkene.
Zending als ontbindende voorwaarde
In veel gevallen is namelijk sprake van een driepartijenovereenkomst en is het bestaan van de kerkelijke zending een zogenaamde ontbindende voorwaarde. Valt de zending weg, dan eindigt de arbeidsrelatie in principe van rechtswege. Dat kan bij de kerkelijke en/of wereldlijke rechter worden aangevochten. Mogelijk waardeert de rechter de werkzaamheden zozeer dat het de kerkelijke zending van ondergeschikt belang acht. Het is ook denkbaar dat de instelling de werknemer toch in dienst wil houden. Of is de instelling in de loop der tijd minder waarde gaan hechten aan de kerkelijke zending.
Zending geen ontbindende voorwaarde
Volledigheidshalve zij hier vermeld dat er ook afwijkende situaties bestaan. Zo kent de Protestantse Kerk in Nederland bijvoorbeeld de predikant ‘met bevoegdheid van emeritus’. Het komt voor dat iemand met zo’n status in een instelling als een ziekenhuis werkt. Ambt en zending zullen dan doorgaans geen voorwaarde zijn voor het vervullen van de functie. Het wegvallen ervan zal normaliter geen invloed hebben op het voortbestaan van de arbeidsovereenkomst. Wel zal de betrokkene dan bij zichzelf te rade moeten gaan of hij bepaalde aan een predikant voorbehouden handelingen nog zou moeten verrichten. Denk in het bijzonder aan het bedienen van de sacramenten.