Print deze pagina

Ontslag op staande voet na privégebruik drugs?

De kantonrechter te Hoorn oordeelde in kort geding dat cocaïnegebruik in de privésfeer geen reden vormt voor ontslag op staande voet.

Casus

Werknemer trad in 2012 als buitendienst medewerker in dienst bij werkgever. Werknemer wwerd op 1 oktober 2013 op staande voet ontslagen, omdat hij drugs zou hebben gebruikt. Werknemer doet een beroep op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet en vordert loondoorbetaling. Werkgever blijft erbij dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat in de arbeidsovereenkomst zou zijn afgesproken dat drugsgebruik altijd tot ontslag op staande voet leidt.

Oordeel kantonrechter: ontslag op staande voet?

Het enkele feit dat werknemer drugs heeft gebruikt, levert naar het oordeel van de kantonrechter geen dringende reden op voor ontslag op staande voet, omdat drugsgebruik zich in vele vormen kan voordoen en niet per se hoeft te raken aan de arbeidsrelatie.

Een afspraak in de arbeidsovereenkomst waarbij de werkgever beslist of sprake is van een dringende reden is niet geldig, aldus de kantonrechter. Het is aan de kantonrechter om te oordelen of sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat in de arbeidsovereenkomst tussen partijen is afgesproken dat drugsgebruik op het werk of tijdens woon-/werkverkeer een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert en niet drugsgebruik in zijn algemeenheid.

Werkgever heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat werknemer op het werk drugs heeft gebruikt of tijdens werktijd onder invloed van drugs was.

Concluderend is naar het oordeel van de kantonrechter de dringende reden voor het ontslag op staande voet niet aannemelijk geworden. De loonvordering van werknemer wordt dan ook toegewezen.

Nawoord

In het Dirksz/Hyatt-arrest  uit 2007 werd door de Hoge Raad geen onderscheid gemaakt tussen drugsgebruik in de vrije tijd en onder werktijd. Het ontslag op staande voet van een werkneemster na een positieve drugstest hield in deze zaak stand. Dat het privégebruik van drugs betrof, maakte e.e.a. niet anders nu ook privégebruik van drugs van invloed kan zijn op het werk.

In tegenstelling tot de zaak die speelde bij de kantonrechter Hoorn, hanteerde de werkgeefster in deze zaak een streng antidrugsbeleid dat bij werkneemster bekend was en waarvoor zij ook had getekend. In het drugsbeleid was expliciet opgenomen dat een positieve drugstest reden was voor ontslag op staande voet. Doel van werkgeefster was het behoud van haar goede naam en aantrekkelijkheid voor haar hotelgasten. Werkneemster had als serveerster een representatieve functie waardoor van haar immer correct gedrag werd verwacht.

Het drugsbeleid van werkgeefster werd in deze zaak door de Hoge Raad getoetst aan de criteria noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit. Het drugsbeleid vormde naar het oordeel van de Hoge Raad een toelaatbare inbreuk op de privacy van werkneemster, ook al leverde dit een beperking van het drugsgebruik in de vrije tijd van werkneemster op. Het ontslag op staande voet bleef in stand.

Het arrest van de Hoge Raad toont aan dat rechters steeds meer het gedrag van werknemers in hun vrije tijd meewegen bij de beoordeling van een gegevens ontslag op staande voet. Nu werk en privé steeds meer met elkaar verstrengeld raken, lijkt de tendens dat werkgevers zich ook mogen bemoeien met privégedragingen van werknemers die niet in een direct verband staan met de werkzaamheden of het functioneren van de werknemer.

Het is voor werkgevers daarbij belangrijk om duidelijke, schriftelijke spelregels te hebben die ook bekend zijn bij uw werknemers. Benoem hierbij ook het doel van de spelregels en de consequenties bij niet-naleving.

Heeft u vragen over bijvoorbeeld het ontslag op staande voet of gedragscodes, dan kunt u contact opnemen met Van Kooten Advocaten via het contactformulier of via telefoonnummer 0348 – 47 50 93.

deel: